Een lezing in Kumasi
Door: Nico Beentjes
Blijf op de hoogte en volg Nico
14 September 2009 | Nederland, Drachten
Toen ik een week of drie geleden uit Kumasi vertrok, had ik met dr. Iddriss Acheampong afgesproken dat ik op zaterdag 1 augustus om 12.00 uur een lezing zou houden voor de studenten van zijn school. Hij had 200 studenten, maar de school was nog niet begonnen, dus het was nog even afwachten wat er op zou komen dagen. Maar hij zou zijn best doen er zoveel mogelijk naar de school, die een eindje ten noord-oosten van Kumasi is gelegen, op te roepen. Vandaar dat ik er aan hechtte al op vrijdag terug te zijn in de stad, zodat we alle tijd hadden om eventuele voorbereidingen te doen.
Het was net alsof ik weer thuis kwam, toen ik bij Gabriel en Louis binnenstapte. Ze hadden op me gerekend met het eten en hadden lekkere dingetjes voor me in huis gehaald. Wat een lieverds! Natuurlijk moest ik mijn hele verhaal aan hun kwijt. Daarna belde ik dr. Iddriss. Een beetje tot mijn verbazing rekende hij op me, om de volgende dag de lezing te geven! Verbazing, want het was al weer drie weken geleden dat we de afspraak hadden gemaakt en in de tussentijd had ik niets van me laten horen. En Afrikanen denken, in mijn belevingswereld tenminste, niet al te ver vooruit, dus ging ik er niet automatisch van uit dat onze afspraak nog stond. Maar hij stond, dus op zaterdagochtend zat ik weer bij Gabriel achter op de scooter om naar het huis van Idrriss te gaan. Die nam ons in zijn auto mee naar de school, waar we precies op het middaguur arriveerden. Daar zaten al twee uur zo'n 50 leerlingen op ons te wachten, en ze zouden nog een uurtje geduld moeten oefenen, want er was een video-ploeg onderweg. Gelukkig hadden ze geduld zat en waren ze gewend te wachten. Maar ik niet, dus toen er een uur later nog geen mensen met opname-apparatuur waren aangekomen, besloot ik de lezing te beginnen.
Eigenlijk was die lezing een prachtige gebeurtenis, afgezien van de laatkomers die achter mijn rug binnen kwamen druppelen en de deur op een kier lieten, die daardoor hinderlijk klapperde, de video-ploeg die een half uur na de aanvang arriveerde en over de verhoging achter me stommelde, en weer terug. Wat later bleek het hele comite van notabelen van de school achter me plaats te hebben genomen op de verhoging, dus het begon al aardig op een circus te lijken. Ik kreeg nog meer toehoorders in de vorm van een stelletje zwaluwen die naar binnen vlogen en op een wiek van de plafondventilator gingen zitten kwetteren, en weer vertrokken, omdat het niets voor ze was, aangezien ze toch geen last hadden van aids of malaria. Toch was ik blij met hun bezoekje.
Vier studenten hadden wel last van laatstgenoemde ziekte: Een studente hing met haar hoofd op haar arm, en op de vraag of mijn verhaal echt zo saai was, antwoordde ze dat ze last van malaria had. Ze wilde het middel wel proberen, dus gaf ik haar een drupje uit mijn persoonlijke flesje, en ook drie anderen die ziek waren kwamen naar voren om een dosis. Mijn wekkertje zette ik op 20 minuten, dus steeds als het afging riep ik de “malariapatiënten” bij me en gaf ze een nieuwe dosis. Die eerste studente had last van hoofdpijn met een sterkte van 7 op een schaal van 10. Tegen het eind van de lezing, anderhalf uur later, vroeg ik hoe het met ze ging, en 3 van de 4 gaven aan dat ze zich al een stuk beter voelden. De hoofdpijn van de studente was in sterkte gezakt naar 2! Kijk, dat noem ik nu aanschouwelijk onderwijs! Je vertelt iets nieuws en je laat meteen zien dat het inderdaad ook zo is! Ik geloof niet dat ik dit in alle jaren dat ik homeopathielessen en -seminars heb gevolgd ooit op deze manier boter bij de vis heb gekregen. Eigenlijk is het de droom van iedere leraar – de effectiviteit van dat wat je onderwijst ook meteen aan te tonen!
Jammer alleen dat de TV-uitzending niet veel waard was, maar je kan ook niet alles hebben. Ik ben al blij dat ik 50 mensen, overwegend jonge vrouwen, een proefje heb kunnen geven van wat homeopathie is. Wat dokter Iddriss precies voor therapie geeft, daar heb ik nog wat vraagtekens bij. Ik geloof nooit dat hij echt klassiek werkt, en na een kijkje in zijn apotheek zag ik wel dat de middelen er anders uitzagen dan bij ons: Jerrycans met een bruinige vloeistof waar dan de naam van een middel, bijvoorbeeld “Belladonna” op stonden, of de naam van een aandoening. Daar zat dan dus een complex-middel in of een kruidenpreparaat. Het zij zo. Maar PC1 is PC1 en als ze doen wat ik ze gezegd heb, gaan ze mensen met aids genezen in die kliniek. En mensen met malaria, hepatitis A, B en C, tuberculose, diabetes, en noem nog maar wat op, want dokter Iddriss heeft een blauw koffertje met middelen gekregen, dus die kan vooruit. Ik weet ook wel dat hij onderdeel uitmaakt van het imperium van dokter Amen, die ook tussen de notabelen op het podium zat, en die 13 klinieken heeft door het hele land. Wie weet gaat er straks een sneeuwbal-effect van deze ontwikkeling uit, want Iddriss en Amen weten duidelijk de weg en hebben TV-zendtijd tot hun beschikking.
Toen Iddriss Gabriel en mij weer naar Kumasi zou brengen, bleek de benzine van zijn auto totaal op. Er werd een bediende op uitgestuurd om wat brandstof te gaan halen, met geld voor een taxi. Die kwam na anderhalf uur weer terug, want hij was lopend gegaan, en hield zo het geld voor de taxi in zijn zak. Al die tijd wachtten wij. Toen hij kwam, bleken ze de klep van de benzinetank niet open te kunnen krijgen. Twee hulpen probeerden het door het klepje open te breken met de contactsleutel van de auto. Leek me niet zo'n best idee. Iddriss had me tijdens het wachten gezegd dat Afrikanen nog steeds zuchtten onder het juk van de macht van de westerse wereld en dat ze eigenlijk nog steeds slaven waren. Ik kon hem alleen maar gelijk geven. Maar toen ik de jongens verhinderde de auto te beschadigen en mijn technische vernuft op het probleempje losliet, had ik de klep in minder dan geen tijd open en kon de auto bijgetankt worden. Toen ik tegen Iddriss zei dat dit de reden was dat de westerse wereld nog steeds de baas was, kon hij het op zijn beurt alleen maar met mij eens zijn.
Terug in Kumasi hebben Gabriel en ik eerst wat voorraad ingeslagen voor een gezellig avondje: Wat flesjes bier en en pak vruchtensap, en een DVD met een boel Ghanese films, die we op het spelertje konden draaien dat ik aan Gabriel zou nalaten, want die is van plan er klinieken mee te gaan bezoeken. Louis was al bezig met het eten, de fufu moest alleen nog gestampt worden. Dat deed hij samen met Gabriel, die het deegje draaide terwijl Louis de stamper op en neer liet gaan. Gabriel praatte onder het stampen rustig met mij, en keek me ook aan, terwijl de stamper steeds met kracht op de fufu neerkwam. Kennelijk waren deze jongens precies op elkaar ingesteld, en was Louis heel ritme-vast, want Gabriel bekommerde zich weinig om zijn vingers, die behoorlijke schade zouden oplopen als ze onder de stamper kwamen.
De volgende dag zijn Gabriel en ik nog bij Joshua Peprah Mintah (“dokter Pepermunt”) thuis langsgegaan. Hij had het aidsmiddel nog niet voorgeschreven, want had nog geen aidspatiënten gezien, maar dat kon veranderen in de toekomst. Wat ik erg leuk vond was dat hij zijn vrouw aan ons voorstelde met “here's my treasure” (hier is mijn schat). En inderdaad, ze was een schat van een vrouw.
Het laatste wat we in Kumasi gedaan hebben, was een bezoekje brengen aan Bonsu en Kathleen, bij Bonsu thuis. Daar bleek dat Kathleen teleurgesteld was over het malariamiddel: Ze had het aan vier mensen gegeven en het had niets gedaan, dus was ze weer op normale homeopathie overgeschakeld. We vroegen ons af wat de oorzaak zou kunnen zijn, maar Kathleen kwam al pratend zelf met een mogelijke verklaring. Het zou best zo kunnen zijn geweest dat die vier patiënten helemaal geen malaria hadden gehad, maar een vorm van tyfus, of iets anders. Ze was ervan uitgegaan dat het malaria was, omdat ze koorts hadden en het het malariaseizoen was, maar dat was op zich niet genoeg om de diagnose zeker te stellen, en ze had ook geen bloedtest gedaan. En PC malaria werkt alleen voor malaria, niet voor een andere ziekte.
Waar ze wel over te spreken was, was dat ik haar vier nieuwe deelnemers had bezorgd voor haar homeopathiecursus: Drie homeopaten en Gabriel, die ik op allerlei manieren probeer te steunen. Het kan helemaal geen kwaad als hij iets meer weet van homeopathie als hij straks de boer op gaat met de DVD en de middelen. Als hij straks bij alle 16 lessen aanwezig is geweest krijgt hij het lesgeld terug, dat heb ik met Kathleen afgesproken. Dus hij wordt aan alle kanten gemotiveerd om er iets van te maken.
Toen ik afscheid van de jongens nam om naar Accra te gaan, zei Louis tegen me: “Mister Nico, ahwmissjoe” (meneer Nico, ik zal je missen). Ik antwoordde: “Mister Louis, ahwmissjoetoe”, wat waar was, want we hadden een leuke tijd met elkaar achter de rug. Gabriel moest af en toe zó lachen, dat hij tegen me zei: “You'll kill me, but I will not die” (Je maakt me dood, maar ik zal niet sterven). De capriolen die we uithaalden met de groenteverkoopsters bij de poort van de campus heb ik maar niet beschreven, noch de details van onze avonturen in het verkeer van Kumasi en de wonderlijke oplossingen die Gabriel af en toe verzon als de scooter het opgaf. Maar ik heb het allemaal nog in het koppetje, en ik voel dat ik twee dikke vrienden heb, daar in Kumasi.
-
02 December 2009 - 16:10
Andreas Wöhle:
Hoi Nico,
we hebben geprobeerd met je contact te krijgen. Vooralsnog vergeefs. Gisteren, Dinsdag 1 December, hebben we van Hans Koolschijn afscheid moeten nemen. Hij is vorige week aan zijn ziekte overleden.
Als je dit leest, neem even met mij contact op (zie website www.luthersamsterdam.nl)
Groet,
Andreas
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley