Hoe ik mijn camera verloor
Door: Nico Beentjes
Blijf op de hoogte en volg Nico
26 Juni 2010 | Haïti, Port-au-Prince
Het is niet slecht om een rustdag te nemen, éénmaal per week. Dus de eerste zondag ging ik met Johnny naar het strand om lekker te badderen. Hij wilde niet met de Taptap, een van de busjes die overal rondrijden en die je voor 10 of 20, soms zelfs 30 (!) eurocent overal naartoe brengen – mits je de goeie Taptap hebt. Daarom had hij een maat bereid gevonden ons te rijden tegen vergoeding van de benzine. Zijn naam was Alismen. Dus, daar gingen we, richting Leogane, waar het epicentrum van de aardbeving was, om een leuk strand te bezoeken dat Johnny kende. Het zicht vanaf de passagiersplaats was een beetje minder, want tijdens de ramp was er een bonk puin in de voorruit gevallen, die dus op die plek naar binnen was gedeukt en totaal ondoorzichtig was. Alismen had nog nét genoeg zicht om te rijden. Hij hield wat er nog over was van de ruit in bedwang met plakband.
Het strand was er een met entree. Wij kregen alleen geen kaartje, dat ging naar iemand anders. Wat daar de logica van was ontging me. Maar goed, we gingen te water in een pislauwe zee – niet precies mijn idee van een verfrissende duik. Wat verder van de kant werd het wel iets kouder, maar niet echt. Je begrijpt, al die warmte in de zee hier is nodig om ons klimaat in West Europa ’s winters wat aangenamer te houden, middels de golfstroom, dus ik mag niet klagen.
Het werd leuk toen ik zwemles ging geven. We spetterden en spatterden naar hartelust. Alismen hield het na een tijdje voor gezien en ging het water uit. Toen Johnny en ik een kwartier later de kant opzochten bleek mijn tasje niet meer onder de handdoek te liggen. We hadden er steeds een oogje op gehouden, maar kennelijk niet genoeg. In het tasje zaten mijn camera, een MP3-spelertje, de knip, mijn dagboekje en…… de autosleutels.
Probleem dus. We hebben van alles gedaan om de spullen terug te krijgen. De uitbater van het strand wilde de politie niet bellen,want er hing immers een bordje dat de directie geen verantwoordelijkheid kon nemen voor zoekgeraakte goederen. Nou, deze directie nam sowieso geen enkele verantwoordelijkheid. Dus liep Johnny over het terrein rond, geholpen door een mevrouw die het enorm sneu vond voor ons. Ik hield de poort in de gaten en controleerde alle auto’s. Alismen deed niets, die ging bij de auto rond, want het had toch geen zin, de dieven waren allang weg. Buiten de poort heb ik nog gezocht naar weggeworpen dingen die de dieven toch niet konden gebruiken. Ik maakte me even niet al teveel zorgen over de auto en de sleutels, dat was Alismen’s hoofdstuk, vond ik, om daar een oplossing voor te bedenken.
En die vond hij! Via een zijraampje wist hij een portier open te krijgen (dat raampje had ook een tik gekregen van de aardbeving), dus konden we weer bij onze kleren. Maar hoe nu te starten? Je ziet wel eens op TV hoe autodieven dat doen, de snoertjes lostrekken en dan met elkaar verbinden, maar ik zag helemaal geen snoertjes. Maar Alismen bracht uitkomst – toen we na een tijdje weer bij de auto terugkwamen had hij hem zowaar aan de praat! Hoe? Hij had de sleutel van net zo’n auto, een Nissan Pathfinder, geleend van iemand op het strand, en die paste! Maar hoe konden we naar huis, want de eigenaar wilde die sleutel weer terug, en dan stopt de motor weer. Maar ook dat lukte Alismen, hij kreeg de sleutel er weer uit zonder dat de motor stopte. En zo kwamen we dus thuis.
Ik had natuurlijk een kater van het hele uitje, maar het belangrijkste was voor het moment dat Alismen de volgende morgen met de auto naar zijn werk kon, want hij moest wel 10 kilometer afleggen! Nu had hij een vriend die het slot kon vervangen, voor een vriendenprijsje, 30 Euro, zeg maar. Daartoe moest hij wel die auto naar die vriend z’n werkplaats brengen, dus in feite had hij weer een sleutel nodig om de auto te starten. Hij ging weg om te zoeken, en je zult het geloven of niet, maar na een half uurtje kwam hij terug met een andere Pathfinder-sleutel, en die bleek nog te passen ook. Niet te geloven! Inderdaad, niet te geloven.
Ik begon pas goed argwaan te krijgen toen Alismen mijn suggestie van de hand wees, en wel dat we gewoon een kopie van die sleutel zouden maken, dat scheelde een hoop werk en geld. Nee, die sleutel was tóch niet helemaal goed, want hij deed het niet altijd. Ik stak de sleutel in het contact en startte de auto. Niks mis mee. Alismen deed het ook een keer, en hij startte weer. “Maar hij doet het niet altijd”, zei hij, en startte nog eens. Inderdaad, het ging deze keer wat moeilijker. Maar hij had wel de hele tijd zijn voet op het gaspedaal gehouden – dus de motor een beetje verzopen. Hij verzon daarna nog allerlei redenen waarom het slot tóch vervangen moest worden, maar ik accepteerde het niet, en zei dat ik hem geen geld zou geven, behalve om een kopie van de sleutel te maken. Ik dacht dat ik nu wel zo’n beetje wist wie de dief was.
Erover nadenkend waren er op het strand maar drie die zonder argwaan te wekken dat tasje onder de handdoek vandaan had kunnen halen: Johnny, Alismen en ik. Iedereen in de buurt van dat tasje wist van wie het was, en hoewel ze me gewaarschuwd hadden geloof ik nog steeds in een beetje sociale controle in Haïti. Dus reken maar uit wie die tas gepikt had. En ik geloof ook niet dat de volle verantwoordelijkheid voor de sleutels voor mij was, want als ik Alismen was geweest had ik nooit mijn autosleutels in Nico’s tas gedaan – als het inderdaad zo gevaarlijk was als ze zeiden.
Die laatste sleutel die Alismen van iemand had geleend moest hij weer terugbrengen, dus hij moest op een andere manier naar zijn werk. Dat zinde hem niet, en van Johnny hoorde ik dat hij boos op mij was. Of hij deed alsof hij boos was. Toen ik hem de volgende dag sprak was hij poeslief. Hij was tóch met zijn auto vertrokken, want hij had bij weer iemand anders een passende sleutel gevonden. Dat was dus de derde identieke sleutel. Moraal van het verhaal: Koop nooit een Nissan Pathfinder, want alle sleutels zijn hetzelfde.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley