De laatste dag in Port au Prince
Door: Nico Beentjes
Blijf op de hoogte en volg Nico
16 Juli 2010 | Nederland, Drachten
Het venijn zit in de staart. Nou, dat zat het.
Maandag had ik gereserveerd om mijn bagage in te pakken, de boel aan Pierre Aliodor over te dragen, wat losse eindjes vast te knopen en verder lekker rustig aan te doen. Dat laatste, daar is het niet van gekomen. En de bagage heb ik dinsdagmorgen vroeg ingepakt. Dat kwam omdat er ineens allerlei mensen waren die vragen hadden en interesse over het resultaat van mijn aanwezigheid. Twee van de medisch studenten die in St. Pierre wonen, Rouzze en Soledade, kregen een PC-middel, niet voor henzelf, maar om aan mensen te geven. Rouzze kreeg het middel tegen Gonorrhoea en Soledade het middel tegen Hepatitis A,B & C. Toen kwam Jean-Marie, een jonge man waar ik ooit in de eerste week ruzie mee had omdat hij me uit mijn bureautje wilde zetten met al mijn spullen – die toch echt achter slot en grendel moesten bewaard. Maar inmiddels waren we dikke vrienden en hebben we samen heel wat afgelachen. Hij vroeg waarom hij geen middel kreeg. Ik liet hem kiezen. Hij koos voor het middel tegen trauma door verkrachting en incest. Wat hij daar nou mee moest…. Want meestal zeg je dat als vrouw niet tegen een man als dat je is overkomen, dus zijn het vrouwen aan wie ik dat middel geef ter verstrekking aan derden. Twee vrouwen in Port au Prince hebben het, waarvan één in een tent van de Unicef werkt ter begeleiding van vrouwen met dat trauma, en de andere had een vriendin van wie ze het wist. Dus wat Jean-Marie er nou mee wilde? Maar ik vertrouwde erop dat hij die keuze niet voor niets maakte.
Dole, Johnny en Salomon hadden ieder twee flesjes met het Aidsmiddel, PC1. Die zou ik ´s avonds nog instructie geven. Dat middel reduceert Aids tot niets meer dan een verkoudheid, maar dan moet je wel het één en ander weten. En zo heb ik toch nog wat zaadjes geplant anders dan het traumamiddel.
En toen kwam Père Fanfan ineens opdagen en had hij alle tijd voor me, wat uitzonderlijk is. Hij wilde het middel tegen het aardbevingstrauma hebben, maar dan wel het origineel. Ik legde hem uit dat alleen Peter Chappell dat heeft, en dat de rest een kopie is, of het nu in pilletjes, druppels of MP3 zit. Maar goed, ik begreep dat hij de pilletjes wilde, en weten hoe je dan van één pilletje een flesje druppels maakt. Dus, ik ben helemaal met hem meegegaan en heb hem alles gegeven wat hij wilde. Dus ook 30 flesjes (rum koopt hij zelf maar) en het middel tegen Malaria en het adoptietrauma, want Fanfan heeft toegang tot 7.000 weeskinderen. Hij wilde ook het Aidsmiddel hebben, want hij kende mensen met Aids – wat ook weer uitzonderlijk is, want meestal blijft dat geheim vanwege het stigma. Maar ja, hij is priester, vandaar. Dat middel heb ik hem niet gegeven, want bovengenoemde personen hadden het al, en zouden les krijgen, dus hij zou mensen met Aids gewoon naar die jongens moeten doorsturen. Bovendien: Hij heeft het ontzettend druk, hij heeft helemaal geen tijd om dat middel aan mensen te geven en ze ook nog een beetje in de gaten te houden. Dole, Johnny en Salomon hebben dat wel. Dus kreeg Fanfan allerlei instructie, behalve over het Aidsmiddel.
Die kreeg hij ’s avonds toch, zo bleek. Want hij was erbij aanwezig toen de andere jongens les kregen. We zaten in de kantine en gedurende twee uur heb ik ze alles verteld wat ze moesten weten. Dat ging echter niet vanzelf want ik had Gary ook uitgenodigd aanwezig te zijn. Nu was Gary de afgelopen dagen een verstandige en geïnteresseerde gespreksgenoot geweest, ook over het Aidsmiddel. Maar hij bracht ook zijn flesje rum mee en daar was al twee-derde uit. Eerst stonden de mobieltjes van Fanfan en Salomon niet stil, en toen ze dat wel stonden, stond de mond van Gary niet stil. En die kan ratelen in dat Frans! Met een prachtige (dus voor mij moeilijke begrijpelijke) woordkeus en zinnen die aan het eind nauwelijks uitgesproken worden. Hij had allerlei prachtige vragen, waar ik graag op in zou zijn gegaan, maar de tijd liet het niet toe. Ik moest allereerst die les afdraaien, want dit was de laatste mogelijkheid. En ik had Fanfan’s aandacht, dat gebeurde ook niet vaak. En nu saboteerde Gary dat. Dus heb ik hem netjes gezegd dat ik graag later op zijn vragen zou ingaan – na er twee te hebben beantwoord – en dat dit niet het moment was. Daar nam hij geen genoegen mee, en z’n Frans werd nóg sneller. Wat ik ook zei (in mijn hakkelige Frans), het hielp geen barst. Er was geen stuiten aan die spraakwaterval die ik over me heen kreeg. Op een bepaald moment was ik het zat, en zei dat als hij nu niet stopte, ik iets heel gemeens zou zeggen. Hielp niet. Toen ben ik uitgebarsten, en heb hem toegeschreeuwd dat hij zijn bek moest houden (in perfect Frans, dat wel). Toen was de boot natuurlijk aan en Gary woest! Fanfan heeft hem met veel takt de deur uitgewerkt, ik heb me verontschuldigd, en toen zijn we met de les doorgegaan. Dat was noodzakelijk. Ik had het natuurlijk verkeerd aangepakt, ik had de anderen om hulp moeten vragen. Maar ja, foutje!
De volgende dag heb ik Gary meteen mijn excuses aangeboden. Eerst wilde hij er niets van weten, maar hij zag wel dat ik het meende, dus accepteerde hij het, en later zelfs een knuffel. Ik had nog een beetje rum over, en zodoende kwam alles toch nog goed. Die arme Gary!
Het heeft er even op geleken dat ik het vliegtuig zou missen. Ik had in mijn hoofd dat ik om 7 uur moest vertrekken van St. Pierre, als ik om 8 uur op het vliegveld zou staan zou dat ruim op tijd zijn. Jackson zou me brengen. Maar het liep allemaal een beetje uit, en om kwart voor acht kwam ik er achter dat de vlucht om kwart over negen de lucht in ging, in plaats van om een uur of elf, zoals ik in gedachten had. Hup, koffie in de struiken! Jackson!!! We moeten weg!!! Snel (heel snel) afscheid genomen van wie ik toevallig tegenkwam, en karren naar Toussaint Louverture, de “luchthaven” (met twee gates). Onderweg moest Jackson nog even olie bijvullen, maar goed, om half negen stond ik bij de incheckbalie. “U bent wel laat”. “Nee, u kunt niet meer mee, de vlucht is al gesloten”. “U kunt wel omboeken, maar dat kost 50 U$”. Och hemeltje! Nee toch? Ik had nog 15 Gourds (30 cent) en 20 U$. En twee verbindende vluchten te halen. Loop ik tegen een bureaucratie aan. Wat nu?
Stelregel 1: Laat je niet intimideren door regels
Stelregel 2: Zet door
Stelregel 3: Bied maximale positieve bijdrage
Stelregel 4: Blijf ademen, diep in je buik
Dat heb ik gedaan. De mevrouw heeft vier maal gebeld omdat ik maar bleef zeuren en steeds weer een ander argument of oplossing aandroeg. God, die kist stond daar gewoon, er waren nog plaatsen! Dus waarom niet? Desnoods nam ik mijn bagage zelf mee het vliegtuig in! Dat deed de emmer overlopen, en de instapkaarten uit de printer. Een uur later zag ik Cuba in de verte liggen. Pfffffff!
Achteraf denk ik dat het over 50 luizige Dollars is gegaan. Ik kan me niet voorstellen dat een Nederlandse grondstewardess niet alles uit de kast had getrokken om mij in die kist te zetten. Maar ja, dit was een Haïtiaanse stewardess. Dat veranderde de zaak. Voortaan op tijd zijn Beentjes!
-
18 Juli 2010 - 19:30
Karin:
nico..dank je wel voor je gezellige reisverslag..heb er van genoten...
groeten karin -
19 Oktober 2010 - 14:14
Merel:
Hoi Nico,
Beter laat dan nooit! Al je verslagen in 1x gelezen. Wat een avontuur. Gelukkig ben je weer goed thuis gekomen, met een tussenstop bij M&R.
Groetjes van de "Meijertjes"
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley